Procesrecht

Het (civiele) procesrecht is van belang voor zowel particulieren als ondernemingen, die met een juridisch geschil en/of een gerechtelijke procedure te maken krijgen. Het is de rol van een advocaat om een geschil op te lossen door te onderhandelen en te bemiddelen. Indien dit niet lukt, zal de gang naar de rechter moeten worden gemaakt om het conflict te beslechten. In dat geval zijn de regels van het procesrecht van toepassing.

Het procesrecht is voornamelijk geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en in de Wet op de rechterlijke organisatie. Deze wetten geven de regels voor het proces bij de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad. In het Wetboek voor Burgerlijke Rechtsvordering staan de regels voor het opstarten en voeren van procedure en voor de tenuitvoerlegging van het vonnis of arrest. Dit wetboek bevat ook een aantal regels voor internationaal procesrecht en arbitrage.

Bevoegde rechter

Relatief eenvoudige zaken worden voor de kantonrechter gebracht. De kantonrechter behandelt zaken, waarvan (aannemelijk is dat) de vordering niet meer dan €25.000,- bedraagt. De kantonrechter behandelt ook arbeidsrechtelijke geschillen, huurgeschillen en geschillen inzake consumentenkoop. In een procedure bij de kantonrechter is procesvertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht. Toch gebeurt dit in de praktijk vrijwel altijd. Dit is ook aan te raden, omdat het toepasselijke recht vaak complex is en er niet zelden grote belangen spelen.

Dagvaarding of verzoekschrift

Afhankelijk van de aard van het onderwerp dient een gerechtelijke procedure te worden ingeleid met een dagvaarding (‘procesinleiding’ bij digitaal procederen) of een verzoekschrift. Dagvaardingsprocedures hebben in de regel betrekking op vorderingen, zoals de vordering tot betaling van een geldsom of verklaringen voor recht. Meer in het algemeen wordt de rechter gevraagd om in een vonnis een oordeel over het bestaande conflict te vellen.

Een dagvaarding wordt door de advocaat opgesteld en bevat onder meer de vorderingen, de gronden van deze vordering en bewijsstukken en vermeldt de rechtbank, waar de procedure zal worden gevoerd en de datum en tijdstip, waarop de gedaagde aldaar dient te verschijnen. Vervolgens betekent een deurwaarder de dagvaarding aan de partij, die hierdoor wordt opgeroepen om op de in de dagvaarding genoemde datum en tijdstip bij de rechter te verschijnen. Als de gedaagde verschijnt, dan krijgt hij de gelegenheid om tegen de vorderingen van de eiser verweer te voeren. In deze procedure vindt vrijwel altijd ook een comparitie van partijen (zitting ten overstaan van de behandelend rechter) plaatst.

Verzoekschriftprocedure

Verzoekprocedures worden veel in het personen- en familierecht en het appartementsrecht gevoerd, maar ook faillissement wordt door middel van een verzoekschrift aangevraagd. In een verzoekschriftprocedure wordt de rechter gevraagd om iets te doen, bijvoorbeeld om de echtscheiding uit te spreken, om alimentatie of een omgangsregeling te bepalen of om een besluit van de VvE te vernietigen of een vervangende machtiging te verlenen. Net als bij een dagvaardingsprocedure wordt bij een verzoekschriftprocedure de wederpartij altijd in de gelegenheid gesteld om verweer te voeren. Tevens wordt er een mondelinge behandeling gehouden, waarvoor de gedaagde door de griffie van de rechtbank wordt opgeroepen. De rechter doet uitspraak in beschikking. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld. Voor het instellen van hoger beroep gelden doorgaans kortere termijnen dan bij een dagvaardingsprocedure.

Kort geding

Een kort gedingprocedure wordt gevoerd als de zaak vereist, dat de rechter op korte termijn een oordeel (voorlopige voorziening) geeft. Om een kort geding aanhangig te kunnen maken is in elk geval spoedeisendheid vereist. Dit is aan de orde als de uitkomst van een gerechtelijke uitspraak in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Vaak gaat het hierbij om zaken, waarbij valt te voorzien, dat er op korte termijn (aanzienlijke) schade kan optreden wegens een handelen of nalaten van de wederpartij en waarbij snelle actie geboden is. Een kort geding rechter geeft alleen een ‘voorlopig oordeel’. Dat betekent dat het geschil pas definitief in de bodemprocedure wordt beslecht. Een andere voorwaarde voor de behandeling  van de zaak in kort geding is dat om een relatief eenvoudige vordering moet gaan. Er is in kort geding namelijk geen ruimte voor een uitgebreid onderzoek naar het bewijs omtrent de gestelde feiten en omstandigheden. Na het uitbrengen van de dagvaarding in kort geding vindt er direct een zitting bij de rechter plaats. Op deze zitting kan de gedaagde zich voor het eerst tegen de vorderingen van de eisende partij verweren. Tegen een uitspraak in kort geding staat gedurende één maand hoger beroep open.

Bodemprocedure

Tijdens de bodemprocedure vindt de behandeling van het geschil ten gronde plaats. Als de gedaagde in een dagvaardingsprocedure op de in de dagvaarding genoemde datum en tijdstip al dan niet vertegenwoordigd door een gemachtigde of advocaat op de eerste (rol)zitting verschijnt, dan wordt hij in gelegenheid gesteld om tegen de vorderingen van de eisende partij verweer te voeren door middel van een conclusie van antwoord. Hierna vindt doorgaans een comparitie van partijen (zitting ten overstaan van de behandelend rechter). De rechter kan ook bepalen dat er nog een schriftelijk ronde volgt. De eisende partij moet dan nog een conclusie van repliek indienen, gevolgd door een conclusie van dupliek van de gedaagde.

Als de gedaagde op de eerste rolzitting niet verschijnt, of in het geval van een verzoekprocedure, niet op de mondelinge behandeling verschijnt, dan wordt een verstekvonnis gewezen, waarin de rechter de vordering of het verzoek van de eisende of verzoekende partij geheel zal toewijzen, indien de vordering of het verzochte hem niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Dit wordt slechts marginaal door de rechter getoetst.

Soms komen partijen op de zitting tot een minnelijke regeling (schikking). Komt het niet tot een schikking, dan zal de rechter uitspraak doen in de vorm van een vonnis (dagvaardingsprocedure) of beschikking (verzoekprocedure).

Hoger beroep en verzet

In de hoger beroep wordt de gehele rechtszaak opnieuw beoordeeld. Dat gebeurt meestal door drie rechters. Niet alle vonnissen zijn vatbaar voor hoger beroep: vereist is dat het financieel belang tenminste € 1.750,- bedraagt. Hoger beroep kan in het civiele recht alleen met behulp van een advocaat worden ingesteld. De termijn voor hoger beroep bedraagt in dagvaardingsprocedures drie maanden. Bij verzoekprocedures gelden doorgaans kortere termijnen. Als er geen hoger beroep wordt ingesteld, is het vonnis na het verstrijken van de termijn onherroepelijk. Tegen een verstekvonnis kan verzet worden ingesteld.

Wat kan Insight Legal voor u betekenen?

De advocaten van Insight Legal hebben veel kennis van het procesrecht en jarenlange ervaring met het voeren van gerechtelijke procedures. Door die lange ervaring kunnen wij als geen ander beoordelen en adviseren wat in uw zaak de beste processtrategie is: bemiddelen, onderhandelen, of een gerechtelijke procedure starten en u op doeltreffende wijze in een gerechtelijke procedure bijstaan.   

Heeft u vragen over het procesrecht of wilt u rechtsbijstand in een procedure, neem dan contact met Insight Legal op.